Gazononderhoud: Bijzaaien

Er zijn veel oorzaken voor beschadigd gazon met plekken waar (bijna) geen gras meer staat. Ziektes en insecten kunnen schade aan het gras en de wortels veroorzaken, waardoor het verkleurt en afsterft. Dieren zoals mollen of vogels zoeken naar voedsel en kunnen hierbij het gazon beschadigen. Vaak betreden plaatsen, bij de brievenbus of rond het tuinhuis bijvoorbeeld, en zones waar kinderen en huisdieren spelen, zijn gevoelig aan verzwakte plekken. Na het verticuteren en beluchten komt er veel plaats tussen het gras vrij en gaat het gazon er ook dun uitzien. Wanneer het gras te kort gemaaid wordt of het terrein oneffen is kan door scalping schade worden veroorzaakt. Tot slot kan aanhoudende droogte en hitte nog voor een beschadigd en kaal gazon zorgen.

Het is dus van belang om tijden de zwakke plekken te behandelen en bij te zaaien, zodat je gazon er overal mooi en dik uitziet. Voor kleine plekken kun je graszaad gebruiken. Voor grotere beschadigingen zijn graszoden een snelle oplossing. Kies een ras of mengeling die past bij jouw gazon. Voor schaduwrijke plaatsen, waar vaak mos groeit, bestaan er grassoorten die goed gedijen met weinig zonlicht. Op plaatsen waar het gras vaak betreden wordt, kies je voor een gazonherstelmix met snel kiemende zaden en sterke grassoorten.

Wanneer je in het voorjaar of najaar je grasmat hebt geverticuteerd, belucht, bekalkt en bemest is de ondergrond klaar voor bijzaaien. Dood groenafval, onkruid en mos moeten namelijk eerst worden verwijdert, zodat het gras plaats en voeding heeft om te groeien. Een luchtige en rijke bodem heeft meer zuurstof en voedingstoffen en bevordert de groei van het jonge gras. Hark dus het bovenste laagje los voor je gaat zaaien. Verspreid vervolgens voldoende graszaad. De aanbevolen hoeveelheid staat op de verpakking. Wees niet bang om te veel te gebruiken, want niet alle zaadjes kiemen en groeien uit tot een grasplantje. Verdeel nadien wat compost of teelaarde over de ingezaaide plaatsen en druk goed aan. Zo voorkom je bovendien dat vogels de verse zaadjes gemakkelijk kunnen oppikken of dat ze wegwaaien. Je kun ook afdekken met een jute of gaas. Voorkom zo veel mogelijk dat pas gezaaide stukken worden betreden, om de graszaden een optimale kans te geven om zich te ontwikkelen.

Een vochtige bodem is nodig gedurende het hele kiemingsproces van de zaden. Tijdens een regenachtige periode zaaien is dus een prima idee. Als er weinig regen valt, moet je zelf de ingezaaide plekken goed bewateren. Doe dit bij voorkeur in de avond, zodat de bodem het water goed kan opnemen. Overdag gaat door de warmte van de zon veel verdampen. Gebruik de tuinslang of tuinsproeien met een vernevelende stand of een gieter met een kop met gaatjes, om te voorkomen dat de zaden wegspoelen.

Het kan nodig zijn om een tweede keer bij te zaaien, wanneer na 6 weken niet alle zaden gekiemd zijn. Het is zeker niet de bedoeling om telkens opnieuw te moet zaaien. Pak dus zeker de oorzaak van de kale en zwakke plekken aan. Op plaatsen waar vaak over het gazon naar een bepaalde plaats wordt gewandeld, kun je een tuinpad aanleggen. Baken een bepaalde zone af voor sport en spel, zodat je niet elk jaar het ganse gazon moet herstellen. Voor gele plekken veroorzaakt door de boodschap van je trouwe viervoeter, kun je een plaats voorzien als ‘hondentoilet’ waar de hond zijn behoeftes kan doen. Ziektes, onkruid en ongedierte pak je aan, zodat ze niet steeds terugkeren. Zorg tot slot voor een goede, algemene verzorging van het gazon (verticuteren, beluchten, voeden, beregenen en juist maaien), zodat het gezond en dik kan groeien en niet kaal gaat uitzien of verkleuren

Nu je gazon gekamd, gevoed en hersteld is, is het tijd om het gras te maaien. Lees in het volgende artikel de tips voor een goed voorbereide maaibeurt.