Gazononderhoud: Grasmaaien – voorbereiding

Voor je begint, zorg je ervoor dat je grasmaaier op punt staat. Zo voorkom je al heel wat mogelijke problemen. Voor een benzinemaaier betekent dit: benzine en olie indien nodig bijvullen, kijken of de filter nog schoon is, de bougie aansluiten en de brandstoftoevoer opendraaien. Doe deze controle voor het maaien, wanneer de motor koud is. Giet geen oude brandstof in je grasmaaier, want het bezinksel kan voor schade aan de carburator zorgen. Wanneer je de oliepeilstok bekijkt moet het niveau tussen minimum en maximum staan. Heb je een model met elektrische starter, zorg dan dat de batterij opgeladen is en goed vastgeklikt zit. Bij je elektrische maaier steeds goed nakijken of het verlengsnoer in het stopcontact zit, de voedingskabel goed in het verlengsnoer zit en de kabels niet beschadigd zijn. Bij een accumaaier zorg je ervoor dat de opgeladen batterij en batterijsleutel goed vastgeklikt zijn in het batterijcompartiment. Tot slot zet je het stuur van je grasmaaier op een comfortabele hoogte en klik je de opvangbak, mulchplug of deflector vast.

Maak na elke maaibeurt de machine, met name het maaidek, schoon. De grasresten krijgen zo geen kans om te blijven hangen. De stoffen in de grassnippers kunnen namelijk het maaidek aantasten en verhinderen dat het mes goed kan ronddraaien en het gras voldoende kan circuleren om fijn versnipperd te worden. Gebruik hiervoor een plastic schraper en een handborstel, om te voorkomen dat je krassen maakt. Een elektrische of accumaaier kun je gewoon kantelen en schoonvegen. Schakel wel de energietoevoer uit door de batterij of het elektrisch snoer los te koppelen. Bij een benzinemaaier is het niet gelijk naar welke kant je de machine kantelt. Wacht tot de motor is afgekoeld, sluit dan de brandstoftoevoer af en koppel de bougie los. Kantel de grasmaaier op de tegengestelde zijde van de luchtfilter. De filter moet dus aan de bovenkant zijn, niet aan de onderkant, wanneer de machine op z’n zijkant ligt. Dit om te voorkomen dat motorolie in de carburator komt. Benzinemaaiers met een roestbestendig chassis kun je eventueel met water afspoelen. Hiervoor is vaak een spoelnippel (Washing Link) voorzien, waar je de tuinslang kunt op aansluiten. Zorg er wel voor dat je nadien de machine goed laat drogen, voor je deze opbergt. Veeg ook de rest van de machine schoon (wielen, opvangbak, …).

Om het gras netjes kort te snijden, moet het mes goed scherp zijn. Laat daarom tijdig het mes slijpen. Wanneer je een groot gazon hebt en mulcht, moet je vaker het mes slijpen dan wanneer je een klein grasoppervlak hebt. Eén keer per jaar is het minimum. Als je tijdens het maaiseizoen ziet dat het gras niet meer mooi recht afgesneden wordt, maar er eerder afgescheurd uitziet, dan is het nodig om het mes te laten slijpen. Laat dit over aan een vakman, want het mes moet eveneens uitgebalanceerd worden zodat deze gelijkmatig over het gras ronddraait. Na meerdere keren bijslijpen of bij beschadigingen is het tijd om het maaimes te vervangen. Smeer het roterende mechanisme in zodat het mes soepel kan rondraaien en kijk na of alle bouten goed aangespannen zijn.

Nog belangrijker dan een scherp mes en schoon maaidek, is de juiste maaihoogte. Je leest er meer over in ons artikel over de ideale maaihoogte. Op welke hoogte je de grasmaaier moet afstellen is afhankelijk van het soort gras, het gebruik van het gazon, de bemesting, het seizoen en het weer. Te laag maaien is de meest voorkomende fout. Door meer dan 1/3 van de grassprieten af te knippen, verwijder je een groot deel van de plant waar voedingsstoffen en vocht opgeslagen zijn en dat via fotosynthese zonlicht omzet tot energie voor de grasplant. Bij te kort gemaaid gazon blijft alleen het bruine gedeelte nog over, waardoor het gras zich vaak niet meer kan herstellen. Dit is wat we ‘scalping’ noemen. Als het gras toch hoog staat, bijvoorbeeld wanneer je terug komt van reis, dan doe je er goed aan om het gras in twee keer te maaien. Eén keer op de hoogste stand en een tweede keer op de uiteindelijke maaihoogte.

Wanneer het gras sneller groeit, dan moet het gewoon vaker – niet korter – worden gemaaid om op de gewenste hoogte te houden. Pas dus de frequentie aan naargelang de groei. De meeste grassoorten groeien meer in het voorjaar of in het najaar dan in de zomer. Wanneer je het gazon bemest hebt of wanneer het warm en vochtig weer is, gaat het gras sneller groeien dan bij droogte of koude. Haal in deze periode een of twee keer per week de grasmaaier tevoorschijn. Bij aanhoudende droogte of koud weer gaat het gras minder hard groeien en dan volstaat een tweewekelijkse maaibeurt. De maaihoogte mag in deze periodes ook wat hoger afgesteld staan, zodat de grasplanten voldoende weerstand hebben. Nog een voordeel van regelmatig maaien op de juiste hoogte maaien, is dat hierdoor de groei van het gras wordt gestimuleerd. Bovendien krijgt onkruid geen tijd om uit te groeien. Zo krijg je een sterke en dikke grasmat.

Nu je grasmaaier klaar is, rest er nog de voorbereiding van het gazon. Haal speelgoed, keien, takken en andere losse objecten weg van het gazon. Verwijder onkruid met de hand en zorg ervoor dat je de wortel mee weghaalt. Dit is belangrijk, vooral als je met een mulchingmaaier werkt, om te voorkomen dat deeltjes van onkruid zich verspreiden in het gazon tijdens het maaien en nadien gaan groeien. De kanten kun je al trimmen, zodat het grasafval nadien door de grasmaaier kan worden versnipperd (en opgevangen).

Helemaal klaar om te maaien? Lees in het volgende artikel alles over de juiste methode van grasmaaien!