Planten voor beginners: handige tips

Verschillende planten geven de voorkeur aan verschillende grondsoorten. Als de grond te zwaar of te licht is, moet u mogelijk de textuur en kwaliteit verbeteren. De drie belangrijkste typen zijn:

• Kleigrond: heeft een kleverige, modderige consistentie en is moeilijk te doorspitten. Voeg veel compost of gedroogde mest toe om de dichte consistentie te breken.
• Zanderige en/of kalkgrond: valt gemakkelijk door uw vingers. Voeg gedroogd organisch materiaal toe om de grond vruchtbaarder te maken en ervoor te zorgen dat deze beter vocht vasthoudt. 
• Ergens tussen klei en zand: jonge wortels groeien met gemak door deze grond met een losse structuur.

De meeste planten houden van een neutrale tot zure pH van rond de 6. Als u de pH van uw grond wilt verlagen, kunt u:

• De natuurlijke pH van uw grond aanpassen door zuurhoudende compost toe te voegen                                       
• Verhoogde bedden of potten vullen met zure grond                                         

 Alleen planten kiezen die passen bij uw bestaande grond, is wellicht gemakkelijker dan proberen bestaande grond te veranderen.

Mogelijk hebt u een gloednieuwe tuin of enkele lege bloembedden die u wilt vullen. Maar maak, voordat u iets koopt, een plantplan:

• Zoek foto's van wat u mooi vindt in catalogi, in tijdschriften en op websites
• Arrangeer de planten in de tuin en verken mogelijke lay-outs
• Laat voldoende ruimte over, zodat de planten ook wanneer ze volgroeid zijn in de beoogde ruimte passen
• Controleer de plantdiepte. De wortelstokken op baardirissen moeten bijvoorbeeld net boven de grond zitten. Bij rozen is het de plaats waar de stam samenkomt met het wortelstelsel die net boven de grond moet zitten.

Graaf een gat met dezelfde diepte als de pot en laat 2 cm extra rondom de omtrek. Haal grond weg rondom strakke, met wortels omwikkelde kluiten – maak u geen zorgen over het breken van wortels, nieuwe wortels groeien snel terug. Voeg regelmatig kunstmest met langzame afgifte of vloeibare voeding toe.

Plant rozen, bomen en struiken met blote wortels tot dezelfde diepte als de grondmarkering – deze geeft de diepte aan waarop de roos, boom of struik eerder was geplant. Prik met een vork openingen rondom het plantgat, zodat de wortels zich gemakkelijk kunnen verspreiden. Voeg een laag gedroogde mest, bloed- en beendermeel, of speciale schimmels toe. Sla indien nodig met de hamer ondersteunende palen in de grond voordat u gaat planten.

Bekleed de bodem van de pot met enkele serviesscherven om de afwatering te verbeteren, en voeg daarna compost en wat split toe. U kunt bollen ook in het gazon natuurlijker maken, bijvoorbeeld door ze te groeperen rondom bomen. En voor een kleurrijk uitzicht gedurende het hele voorjaar, plant u net alsof u een lasagne maakt: tulpen aan de onderkant, en eerder bloeiende soorten zoals krokus, aan de bovenkant.

Deze kleine zaailingen zijn verkrijgbaar in verschillende afmetingen die u kunt laten doorgroeien in grotere potten voordat u ze in een pot of border plant. Bewater de stekjes voordat u ze voorzichtig uit de potten duwt waarin ze zijn gekweekt. Sommige plantensoorten moeten ook buiten worden 'afgehard' zodra het risico op vorst is geweken.