Snoeien of niet snoeien? Uw vragen beantwoord

Maak voordat u de snoeischaar pakt, eerst onderscheid tussen hout- en bloemknoppen. Uit houtknoppen, die vaak lang en dun zijn, groeien bladeren en takken. Bloemknoppen zijn kort en rond en hieruit groeien bloemen en vruchten.

Omdat loofplanten en -bomen 's winters een rustperiode kennen en geen bladeren dragen, kunt u hun structuur gemakkelijker zien en ontdekken wat u moet uitdunnen of terugsnoeien.

• Knip altijd net boven het knooppunt (waar bladeren, knoppen en scheuten uit de stam komen) om 'afsterven' en ziekte te voorkomen.

• Verwijder kleine, overvolle takken om te voorkomen dat bladeren gaan schimmelen. Dit vermindert het risico op plagen en ziekten en zorgt voor lucht en zonlicht tussen de vegetatie.

• Slijp uw gereedschap voor veilig en gemakkelijk snoeien - een slordige snoeiplek geneest langzamer. Kies een snoeischaar voor licht werk en een takkenschaar of elektrische snoeizaag voor het zwaardere werk.

• Desinfecteer uw gereedschap na gebruik om verspreiding van ziekten zoals kanker te voorkomen.

• Wacht met het snoeien van fruitbomen zoals kersen of pruimen tot het begin van de zomer of halverwege de zomer om loodglans, een schimmelziekte, te voorkomen.

• Snoei geen takken met bloemknoppen – dat brengt de bloeifase later in gevaar.

• Vochtig weer stimuleert de groei van microben en schimmels op snoeiplekken, terwijl planten gestrest raken en uitdrogen bij zeer hoge temperaturen. U kunt beter wachten op een milde dag - wanneer het niet regent en niet te warm of te koud is.

• Snoei niet te veel dikke, krachtige stelen en takken, maar laat ook niet te veel dunne, zwakke twijgen zitten.

Elke soort heeft zijn eigen snoeimethode en snoeiperiode. Terwijl u bij sommige planten en bomen slechts oppervlakkig hoeft te snoeien, zorgt krachtig terugsnoeien van andere soorten juist voor een omvangrijke bladgroei en nieuwe scheuten in het voorjaar.

• Zorg voor sterke bloeiende scheuten op clematis door oude groei te verwijderen en de clematis terug te snoeien tot 10 cm boven de grond.

• Knip bij blauwe regen de lange takken terug tot de tweede of derde bladknop, maar laat korte zijscheuten met geclusterde bloemknoppen staan, tenzij ze beschadigd zijn.

• Snoei winterbloeiende jasmijn een beetje bij zodra de gele bloemen zijn verwelkt. Knip tot 5 cm van de knoppen of snoei verder terug als er veel dood hout is.

• Snoei vlinderstruiken, floribunda-rozen, hybride theerozen, struik- en klimrozen terug tot een hoogte van 15-45 cm, afhankelijk van hun oorspronkelijke grootte.

• Snoei frambozenstokken die in de herfst vrucht dragen, terug tot de grond. Maar knip bij frambozenstruiken die in de zomer vrucht dragen alleen de toppen af.

• Sommige tere groenblijvende planten hoeft u slechts licht te snoeien. Oudere, te groot geworden struiken zoals viburnum en mahonia, geeft u nieuw leven door ze tot maximaal een derde terug te snoeien.

• En voor planten zoals struikrozen geldt dat ze compact blijven als u ze eens per jaar flink snoeit.