
Een compostput voegt voedingsstoffen toe aan de grond en zorgt ervoor dat deze waardevol vocht vasthoudt. Courgettes, pompoenen en snijbonen zijn bijzonder dorstige en hongerige planten, dus die zijn zeer gebaat bij deze composteermethode.
Als u in februari een put graaft, kunnen de bodembacteriën in de paar koude maanden die nog volgen hun werk doen en is het afval gecomposteerd voor het groeiseizoen begint. Het enige wat u nodig hebt is veel organisch keukenafval en een tuinschop.
Stap 1
Graaf een put van ongeveer 60 cm diep op de plek die u gaat beplanten. Vul deze vervolgens met alles wat u aan organisch afval hebt, van aardappel- en wortelschillen, klokhuizen, beschimmeld fruit, bananenschillen, uienschillen, oud brood, eierschalen, gebruikt koffiedik tot zelfs theezakjes (zonder plastic).
Stap 2
Dek elke nieuwe laag keukenafval af met een laag aarde van minimaal 10 cm. Stapel laag op laag totdat de greppel bijna vol is. Bedek de greppel tot slot met aarde om het afval te laten afbreken. De greppel houdt veel vocht vast en daar profiteren gewassen echt van.
Stap 3
Zaai boven op de compostgreppel zaad of plant er jonge bonen zodra het warmer wordt in mei en juni. Wanneer de wortels de vochtige microbiële grond vol voedselrijk materiaal bereiken, gaan de planten nog harder groeien - waardoor u in juli of augustus een overvloedige oogst krijgt.